Een partnervisum zonder op hetzelfde adres te wonen

Om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning voor verblijf bij een partner in Nederland, vereist de IND dat een partner op hetzelfde adres woont als de referent. Een BRP inschrijving op een ander adres dan de partner kan er voor zorgen dat een visum niet wordt ingewilligd. Als een partnervisum eerder is ingewilligd, maar na verloop van tijd besluiten beide partners om niet langer op hetzelfde adres te wonen, kan het visum om deze reden worden ingetrokken.

Dit artikel geeft een overzicht van de gronden waarop een visum kan worden geweigerd of ingetrokken en de manieren waarop u een negatieve beslissing kunt omzetten in een positieve beslissing.

Hoofdverblijf 

De IND heeft verschillende wettelijke gronden waarop een visum kan worden geweigerd of ingetrokken. Een veel voorkomende afwijzingsgrond is dat een partner niet op hetzelfde adres staat ingeschreven als de referent. Deze afwijzingsgrond is vastgelegd in artikel 18, eerste lid, onderdeel a, van de Vreemdelingenwet. Dit noemt de IND het hebben van uw hoofdverblijf op hetzelfde adres als de referent. De IND acht dit een voorwaarde voor een oprechte en effectieve relatie.

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, de hoogste bestuursrechter in Nederland, heeft onlangs echter een uitspraak gedaan waarin staat dat ingeschreven zijn op hetzelfde adres eigenlijk geen vereiste is om een relatie als echt en effectief te beschouwen. De uitspraak bevestigt dat het opleggen van het hoofdverblijfvereiste aan een partner van een referent in strijd is met richtlijn 2003/86/EG van 22 september 2003 betreffende het recht op gezinshereniging. Een partner kan dus op een ander adres staan ingeschreven als referent. Dit betekent ook dat de regels van het hoofdverblijf niet gelden voor partners. In tegenstelling tot de referent, kan een partner buiten Nederland verblijven voor langer dan 6 maanden in een jaar en langer dan 4 maanden, drie jaar achter elkaar. Voor meer informatie over het hoofdverblijf kunt u het artikel van Mynta Law over het hoofdverblijf hier lezen.

Echte relatie

Omdat het hoofdverblijf nu geen vereiste meer is, kan de IND een vergunning op deze grond niet meer intrekken. De IND blijft kan zich wat betreft uitschrijving in de BRP enkel nog beroepen op de de afwijzingsgrond dat de partner niet (meer) voldoet aan de eisen van een partnervisum (artikel 18 lid 1 sub f Vreemdelingenwet). Een uitschrijving van het adres van de referent bij de BRP kan aanleiding zijn voor de IND om vragen te stellen over de oprechtheid van uw relatie. Het afwijzen van een visum op basis van het feit dat iemand niet aan de visumvereisten voldoet, dus geen echte relatie heeft, is nog steeds een zeer geldige reden voor de IND. Echter, zoals eerder aangegeven is de samenwoonvereiste niet meer nodig om een relatie als echt te beschouwen. Het is daarom van belang dat als partners op verschillende adressen willen wonen, ze toch kunnen aantonen dat hun relatie oprecht is.

Wat nu?

Aannemen dat het niet op hetzelfde adres wonen niet zal leiden tot de afwijzing of intrekking is helaas nog steeds ‘wishful thinking’. De IND is nog steeds van mening dat partners op hetzelfde adres moeten wonen en zal een uitschrijving nog steeds zien als een teken van een verbroken relatie. Het is daarom van belang om de IND op de hoogte te stellen van deze uitspraak en expliciet aan te geven dat u een beroep wilt doen op voornoemde uitspraak van de Raad van State.

Mynta Law heeft met succes verblijfsvergunningen aangevraagd voor onze cliënten die op aparte adressen staan ingeschreven. Meer nog, Mynta Law ging met succes in bezwaar tegen voornemens om verblijfsvergunningen in te trekken op grond van vermeend verplaatst hoofdverblijf. Wilt u hulp bij een verblijfsaanvraag of wilt u advies over uw eigen situatie, dan kunt u terecht bij Charley Nieuwesteeg LL.M. Aarzel niet om haar vandaag nog een e-mail te sturen.